Water

– Als het vroeg in de morgen regent, duik ik de gangkast in om de benodigde regenkleding bij elkaar te zoeken voor de fietsende jongeren.
– Als ik vandaag niet als een verzopen kat op m’n werk wil aankomen, start ik m’n autootje.
– Als rond tien uur de telefoon gaat met de melding dat het water Bibliotheek Rijnsburg binnenstroomt door een achterdeur en er al 150 vierkante meter zwembad is ontstaan, bel ik het nummer van de brandweer.
– Als ik vertel wat er aan de hand is, zegt een geruststellende stem: “Ik stuur ze zo snel mogelijk.”
– Als de grote rode wagen voor het boekenhuis geparkeerd staat, komen er direct capabele mannen in actie: een put op het achterliggende schoolplein wordt doorgeprikt en een enorme zuiger slurpt honderden liters water van en uit de vloerbedekking.
– Als de brandweercommandant duidelijk maakt dat zonder drogende maatregelen een groot deel van de bibliotheekcollectie uit opbollende boeken zal gaan bestaan, bel ik naar de inventarisverzekering.
– Als ik terugkom van een lunchafspraak op het strand en in m’n mailbox de koele mededeling aantref dat de schade niet in behandeling wordt genomen omdat ‘horizontale neerslag geen gedekt evenement is’, bel ik zelf een firma om twee drogers te huren.
– Als het contract getekend en driehonderd euro borg betaald is, worden de twee apparaten keurig afgeleverd om een week vocht in te ademen. The heat is on.
– Als er later gebeld wordt uit Bibliotheek Katwijk aan den Rijn over natte plafondplaten en druppels opvangende emmers, zoek ik geroutineerd het nummer van de volgende polis op.
– Als ik thuis kom, pak ik de her en der neergegooide natte kleding bij elkaar en stop alles in de wasmachine.
– Als de verhalen over ondergelopen fietstunnels en plassen als meren zijn uitgewisseld, staat het eten op tafel.

Water.

– Als twintig miljoen van de armste mensen ter wereld door water alles zijn kwijtgeraakt, honger hebben en bedreigd worden door ziektes, dán heb je het over leed.